Hier vind je al onze mousserende wijnen oftewel bubbels. Uiteraard Champagnes maar ook prachtige Winzersekt, Crémants, Pet Nats en top Cava's. Tip: vaak zijn de mousserende wijnen die geen Champagne zijn minstens zo goed maar stukken goedkoper. Ze hebben ook allemaal 2e gisting op fles. Neus dus even goed rond in onze webhop.
Hoe komen die bellen in de fles?
Als gistcellen alcohol maken van de suiker in de most, produceren ze ook warmte en koolzuur (CO2). Bij stille wijn vervliegt dat tijdens de vergisting. Bij mousserende wijnen blijft de koolzuur juist in de fles. Die fles moet tegen de hoge druk kunnen (ca. 6 bar) en daarom zit er dus ook een speciale kurk in met een muselet van metaaldraad eromheen.
Gazeuse en Charmat
Er zijn verschillende manieren om koolzuur in een wijn te houden of te krijgen. De simpelste is koolzuur toevoegen, gazeuse, net als bij limonade en cola. Dit is de manier om hele simpele en goedkope bubbels te maken. Een tweede manier is de méthode Charmat. Hierbij zit de wijn in een groot gesloten rvs-vat. De wijn vergist hierin en de CO2 kan er niet uit. Deze mousserende wijn met bubbels gaat onder druk op fles, in een gesloten systeem. Deze methode Charmat wordt o.a. bij goedkopere prosecco toegepast.
Champagne
De derde manier is de méthode traditionelle. Dit houdt in dat er een tweede gisting op fles plaatsvindt. Eerst maak je een stille droge wijn op de normale manier in grote vaten. Dan maak je een blend van deze wijn met vin de garde, oudere wijnen van eerdere jaren. Deze blend wordt op champagneflessen gebotteld en gerijpt. Zo houd je de smaakstijl van het Champagnehuis ieder jaar constant. Klein zijstapje; deze wijn ondergaat geen malolactische gisting, appelzuur wordt dus niet omgezet in het zachtere melkzuur. Voor Champagne wil je die frisheid juist behouden.
Vervolgens voegt de wijnmaker een papje van suiker en gistcellen toe, per fles afgesloten met een kroonkurk. De gistcellen gaan weer aan de slag met de suiker en maken een beetje alcohol - ongeveer 1% - en een flinke dot koolzuur. De flessen kunnen jarenlang liggen op latten (sur lattes). De gistcellen sterven af en vormen een laagje op de bodem. Door de flessen in een pupitre met de hals naar beneden te zetten, zakt de gist naar de monding. Vroeger werd dit met hand gedaan door de fles steeds iets verticaler in de pupitres te zetten en een klein rukje te geven zodat de gistprop naar beneden zakt en de wijn helder blijft. Dit heet remuage. Nu kan dit machinaal met de flessen in grote rekken.
Dosage
Tot slot gaan de flessen ondersteboven met de hals door een ijskoud pekelbad. De gistprop bevriest dan. Bij het openen van de fles schiet de prop eruit, de wijn niet want door de ijzige kou doet het koolzuur niet veel. De wijnmaker voegt dan eventueel nog de zogenaamde liqueur d'expedition of dosage toe. Hiermee bepaalt hij het smaaktype van droog (brut of extra brut) tot zoet (demi-sec en doux). Voegt hij niets toe dan heet dat zero dosage of brut nature.
Niet alleen champagne krijgt een tweede gisting op fles, ook Crémant, de betere Cava en Sekt (Winzersekt), en Franciacorta krijgen een tweede gisting op fles.